Staat uw vraag er niet bij of biedt het antwoord geen oplossing. Neem dan contact op met de helpdesk middels helpdesk@GGZkwaliteitsstatuut.nl of 088-1263915. De helpdesk is op maandag en donderdag van 10:00 tot 12:00 uur en 13:00 en 15:00 uur telefonisch bereikbaar.
Welke zorg valt er onder categorie A t/m D? Dit staat beschreven in paragraaf 2.4.2.3 van het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ:
Categorie A In deze categorie gaat het om situaties waarbij zowel de problematiek als het zorgaanbod laagcomplex is. Denk hierbij aan een depressieve stoornis waardoor iemand is uitgevallen op zijn werk en psychotherapie wordt gegeven, soms in combinatie met medicatie, om weer te herstellen.
Categorie B In deze categorie gaat het om situaties met hoogcomplexe problematiek en een laagcomplex zorgaanbod. Het kan ook gaan om situaties waar hoogcomplexe problematiek aanvankelijk een hoogcomplex zorgaanbod vereiste, maar waar de situatie na verloop van tijd enigszins is gestabiliseerd, en het zorgaanbod een redelijk voorspelbaar beloop krijgt. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarbij het zorgaanbod aan de patiënt/cliënt van een FACT-team in stabiel vaarwater is gekomen.
Categorie C In deze categorie gaat het om situaties met hoogcomplexe problematiek en een hoogcomplex zorgaanbod. Denk hierbij aan ernstig ontregelde patiënten/cliënten waarbij opname noodzakelijk kan zijn, waarbij gezamenlijk in een multidisciplinair team iteratief gezocht moet worden naar de best passende interventies en waarbij regelmatig bijgestuurd moet worden. Ook langer durende onvrijwillige of verplichte zorg kan hieronder vallen.
Categorie D (aparte categorie) In deze categorie gaat het om crisissituaties waarbij direct situatief-reactief handelen vereist is, vaak op meerdere gebieden en door meerdere personen. Voorbeelden zijn een acute suïcidale crisis of een psychotische decompensatie met acute impact op andere levensgebieden of met gevaar. De vereiste zorg is vaak complex, past vaak niet in protocollen, vereist de juiste afweging en deskundige inschatting van risico’s.
Welke twee centrale onderdelen van het zorgproces met daarbij twee regierollen zijn er te onderscheiden? Dit staat beschreven in paragraaf 2.5 van het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ:
De indicerende rol. De indicerend regiebehandelaar analyseert het probleem, op basis van professionele kennis en ervaring, samen met de patiënt/cliënt en eventueel met gebruik van deskundigheid van andere zorgverleners. Hij maakt een probleemanalyse, stelt een diagnose en maakt een behandelplan op hoofdlijnen voor behandeling en begeleiding. Tijdens de latere behandelfase wordt hij betrokken bij vastgelegde reflectiemomenten. Ook wordt hij betrokken bij ingrijpende wijzigingen in complexiteit van de situatie of vastlopen van de behandeling en begeleiding en stelt hij waar nodig een nieuw behandelplan op.
De coördinerende rol. De coördinerend regiebehandelaar zorgt voor goede afstemming en coördinatie van het zorgaanbod en samenwerking tussen de betrokken zorgverleners uit verschillende disciplines. Waar nodig werkt de coördinerend regiebehandelaar het behandelplan op meer gedetailleerd niveau uit. Daarnaast reflecteert hij regelmatig samen met de patiënt/cliënt (en bij ingrijpende veranderingen ook met de indicerend regiebehandelaar) op de behandeling en begeleiding, stelt hij waar nodig het behandelplan bij of beëindigt hij het behandelplan. De coördinerend regiebehandelaar is ook het centrale aanspreekpunt voor de patiënt/cliënt.
Hoe blader ik terug in de online omgeving? U kunt met de oranje knoppen 'terug' en 'verder' navigeren door het statuut. U vindt deze knoppen onderaan de pagina. Mogelijk kunt u niet navigeren door de vragenlijst met de knop terug, als u op de laatste pagina bent. De knop terug werkt, indien u het vakje voor de tekst aanvinkt “Hierdoor stemt u ermee in dat u het wijzigingsformulier naar waarheid hebt ingevuld”.